ONS GEHEIM

Nu ik er over nadenk, vind ik het onvoorstelbaar, maar mijn moeder had nooit eigen geld. Mijn vader vond dat niet nodig. We hadden een restaurant, boodschappen doen was er niet bij, omdat alle levensmiddelen uit de restaurantkeuken kwamen. En als er iets anders aangeschaft moest worden, moest mijn moeder eerst naar mijn vader om geld vragen. Hij gaf het met tegenzin.

Zo nu en dan was de suiker bij Simon de Wit in de aanbieding. Goedkoper dan mijn vader in kon kopen. Dan haalde mijn moeder het daar. Twee pakken per klant. Ze ging meerdere keren per dag vaak. De dag dat de grutter met zegelboekjes begon, was een zegen. Stiekem spaarde mijn moeder ze, wisselde ze in en kon ons dan wat toestoppen. Ze gebruikte ze beslist niet voor zichzelf.

Omdat de zaak vaak tot laat open was, sliep mijn vader ’s ochtends lang, mijn moeder ‘opende’, de standaarduitdrukking. Er waren vaste koffieklanten. Ze kwamen voor haar, daar ben ik zeker van. Soms sloeg mama het kopje koffie niet aan op de kassa en hield zo die enkele gulden voor zichzelf. Of eigenlijk juist niet. Ze verraste me wel eens. Dan gingen we in het grootste geheim even de stad in. Naar Van Angeren, een chique lunchroom in de Viestraat. in Utrecht. Ik vond het er prachtig. De geur van koffie, de kunstige taartjes, de geelkoperen trapleuningen, de opgetutte dames, maar vooral ons gedeelde geheim.
Ook het taartje deelden we. Zoveel guldens durfde ze niet achter te houden. Ik kreeg altijd de grootste helft. Het chocoladetruffeltje dat bij de warme chocolademelk hoorde, snoepten we onderweg naar huis. Giechelend, mijn moeders ogen glansden als ze haar wijsvinger bezwerend op haar met cacao bestoven lippen hield.

WEEMOEDSLAANTJE

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *