Onder het veelzeggende pseudoniem Albert van Linde
behaalde dit verhaal in 2021 de top 10 van de prestigieuze ‘Zilveren Strop’.
De professionele jury schreef: ‘Zo goed dat het lijkt of het door een gevestigd schrijver geschreven is. Dit is van een ander niveau.’
Later hetzelfde jaar verscheen het in mijn verhalenbundel KIEZELS.
https://www.aquazz.com/KIEZELS-Conny-Hoogendoorn
ALLES VOOR DE KIJKCIJFERS
Hoe zit het nou echt? U vraagt zich dat af, lieve mensen? Hoe ging het tussen het echtpaar Nathan en Renée Fart werkelijk toe?
En ik? Verafschuwde ík ze zo dat ik tot deze gruweldaden in staat was? En hun manager? Die Jeroen? Wat weten we eigenlijk van hem?
Ik had de schijn tegen, werd uitgekotst, verketterd, maar u kon het zich nauwelijks voorstellen, u vertrouwde me blind, hield van me, bijna twintig jaar lang ontving u mij dagelijks in uw huiskamer.
Er zijn fans van de Farts, die me laaghartig zwart maken, terwijl ik me nauwelijks kan verdedigen. En nu zijn die aantekeningen opgedoken, in de tabloids mijn schaduwdraaiboek genoemd. Ik heb geen keuze, er rest mij niets anders dan u in deze special te vertellen hoe deze tragedie zich in werkelijkheid voltrok.
Het was irritatie. Dát was het. Onvervalste ergernis was de aanleiding van die noodlottige avond. Weet u dat ik opnieuw boos word als ik er alleen al aan denk? De valse arrogantie toen ik haar belde om te horen hoe dat zat tussen haar en die Jeroen. Ineens was ik geen ‘Hi dárling, hoe gááááát het …?’ meer. Plotseling was ik een relnicht, die direct van die smerige gedachten had als zij een keertje haar manager omhelsde.
Nou, lieve Renée-dubbel-e-met-een-streepje, volgens mij doe je dat in het-nieuwe-normaal alleen met intimi, of ben ik nou in de war? Maar dat zei ik niet, ik zweeg.
Ze had ook geen zin om in mijn show te komen. Er was niets uit te leggen. Ze was immers stapel op haar Nathan. Dat wist ik toch zeker wel? Misschien eind volgende week als Tot de dood ons scheidt in première zou gaan. Dán wilde ze wel langskomen. Maar dan moest ik wel mijn mond over die foto houden. Die foto die niets voorstelde. Dát kon toch geen probleem zijn? Toen was ik ineens wél weer haar dárling.
Ik vrat mezelf op, maar wat kon ik anders dan instemmen?
Renée Fart was ongetwijfeld een attraction. Ik zou al vier, vijf dagen van tevoren met de aankondiging kunnen beginnen. Altijd fijn als dat kan. Ik maak u graag nieuwsgierig als ik wat moois voor u in petto heb!
Maar de gotspe, lieve mensen, de gotspe! Zij als presentator in een real-life show als reddende engel voor stellen wiens huwelijk op de klippen dreigde te lopen? Holy moly!
Ik was het zo beu. Ze had het lef om zichzelf met mij te vergelijken. Met mij! Ik ben een échte anchorman, een kijkcijferkanon met 25 jaar ervaring, lieve mensen. Ik beheers dit vak tot in de toppen van mijn vingers.
Tout bekend Nederland vecht om een plek in mijn show op prime time.
Dat is wel even wat anders dan publiekelijk met de wolven meehuilen en dan op een meelevend toontje een paar clichés blèren. Psychologie van de kouwe grond. Ik durf te wedden dat er in haar programma nooit een stel uit elkaar zou zijn gegaan. Anders was er voor haar geen eer aan te behalen. Maar ja, dat hebben we uiteindelijk nooit kunnen beleven natuurlijk.
Ik zal u vertellen wat er speelde.
De Farts leken voor de buitenwacht dan wel zo dolgelukkig, maar ze vochten elkaar de tent uit.
Jazeker! Dat wist u vast niet. Zij had regelmatig een lover on the side en hij dreigde om de haverklap uit de kast te komen, wat natuurlijk dodelijk voor hun idyllische image zou zijn. En hun beider vriendjes waren zonder uitzondering minstens twintig jaar jonger. Dát mocht natuurlijk niet openbaar worden als je als de heilige maagd Maria over het scherm huppelt.
Ik weet niet wie nou eigenlijk wie harder nodig had: zij hem of hij haar. En public waren de Farts a match made in heaven, zo noemden ze het zelf graag. Niet om een trap na te geven, maar die Nathan kon sowieso wel wat positieve publiciteit gebruiken. Zó goed verkocht hij niet meer, hoorde ik van de man die al jaren hun manager was.
En dat tenenkrommende optreden in die autoreclame zou hem moeiteloos de Loden Leeuw opleveren.
Vond u die ook zo vreselijk bagger? ‘Wat mij betreft mag hij die protserige bak wel tegen een boom parkeren’, merkte diezelfde Jeroen een keertje op. In vertrouwen natuurlijk. Ik wed dat het een lovers quarrel was. De jongens hadden mot, denk ik. Dus dat snapte ik wel. En tussen u en mij, vaak verkoopt een dooie artiest veel beter. Minder gedoetjes, zeg maar. En wie weet wilde hij – excusez les mots – die snol wel voor zichzelf. Weet ik veel. Dat dacht ik. In mijn vak kijk je na een poosje nergens meer van op. Vreemd, maar in mijn achterhoofd bleef zijn opmerking rondzingen.
Maar even in vertrouwen, lieve mensen, wat een doortrapt kreng was het, die Renée-dubbel-e-met-een-streepje. Niet alleen alle gehandicapte, terminale bijstandtrekkers waren net als Nathan als was in haar handen, ook ik deed precies wat ze wilde. U begrijpt me goed, met wat oudere nichten, zoals ik, had ze dus ook geen problemen.
Die Nathan onderdrukte trouwens al een kwart eeuw zijn geaardheid en ik had met duivels genoegen bekend gemaakt dat hij haar had laten zitten voor een zijn visagist of zo. U had er beslist van gesmuld. Maar niets van dat alles, ik zweeg.
U vraagt zich af waarom?
Mijn show liep eventjes niet zo lekker. Volgens de dames en heren die er verstand van beweren te hebben, wilde ú wat anders. Het plan van bovenaf om na al die jaren plotseling het format te wijzigen, was compleet van de pot gerukt, beste mensen. Waarom moest er ineens een presentator bij? Beauty and brains? Jong en dom, zal je bedoelen. Aperte nonsens! Kon ik het ineens niet meer alleen? Daarvoor liep ik lang genoeg mee, toch? Ik zou ze wel eens laten zien dat ik nog steeds een vakman ben en u en-masse naar me toe kan trekken. Zonder wie dan ook ernaast.
Welke gast kon me daar beter bij helpen dan Renée-dubbel-e-met-een-streepje?
U was fan. Zonder probleem zou ze aan mijn tafel haar nieuwe programma kunnen verkopen, met dat schijnheilige smoeltje van haar. Op de een of andere manier wist ze altijd iedereen aan het praten te krijgen, die doortrapte voedselbanktruus met haar gemaakte maniertjes.
Weet u nog dat ze vanuit het niets ineens een revolutionair kookprogramma ging doen. Als door een wonder kon ze plotsklaps allerlei heerlijks maken en er dan ook nog ongelóóflijk van afvallen. Terwijl ik wist dat voor mevrouw Zo-de-wind-waait-waait-mijn-stringetje het bakken van een ei al een probleem was. Sterker nog, ze kookte niet alleen als een chef, men deed ons geloven dat ze de meest creatieve recepten bedacht. Bio, vegetarisch, weet ik het, als het maar met koriander, goji-bessen of tofu was. Er verschenen zelfs kookboeken, kunt u zich dat nog herinneren? Die zijn inmiddels een collectors item! Ze roerde en proefde dat het een lieve lust was.
Maar ze bedroog u, lieve mensen, u allemaal! In werkelijkheid at ze nauwelijks toen, maar daar hoorde je me niet over. Om haar te plezieren beloofde ik ook te zwijgen over het feit dat ze voor de duvel en zijn ouwe moer allergisch was en een verdwaalde pinda een enkele reis crematorium Zorgvlied voor haar zou betekenen.
Waarom ik dat deed, vraagt u zich af? Omdat ze anders niet meer bij me aanschoof. U gelooft toch niet ze voor mijn blauwe ogen bij me op de bank kwam zitten? Om de dooie donder niet! Het draait om de kijkcijfers. Die van haar én ook die van mijzelf.
Incestueuze zelfbevlekking, noemde een zure recensent het ooit. Ik weet niet of de term klopt, maar hij kwam wel binnen.
Ze was er die vrijdag al vrij vroeg bij. Ze wilde alles van tevoren besproken hebben, geen vraag zou haar mogen verrassen. Dat had die Jeroen natuurlijk verzonnen. Wat haatte ik dat omhooggevallen ettertje.
Geen helsere furie dan die van een versmade nicht, zie ik u denken en dat is waar, dat durf ik best aan u te bekennen, lieve mensen. Maar ik dwaal weer af, ik weet het, ik weet het.
Natuurlijk speelde ik het spelletje mee en beloofde zelfs geen goedkope grappen over haar achternaam te maken, iets wat ik voor die tijd niet of nauwelijks kon weerstaan. Tijdens de live uitzending kon ik immers doen wat ik zelf wilde. Ik zou daarna nooit meer haar darlinghoeven zijn. Ik gaf haar in alles haar zin en overtuigd van haar kwaliteiten verdween mevrouw- wind-in-de-zeilen in de hair and make-up.
Met een stralend humeur gooide ik de zojuist doorgenomen planning aan de kant en liep mijn werkelijke draaiboek na. Perfectionistisch zoals ik nou eenmaal ben, álles voor de kijker, had ik het tot in detail uitgeschreven. Die avond mocht er absoluut niets fout gaan.
De u zo vertrouwde tune klonk me als muziek in de oren.
‘Goedenavond lieve mensen’, kondigde ik aan, ‘Vanavond hebben wij slechts één gast in de show. En wat voor eentje. Mag ik uw hartelijk applaus voor Renée Fart!’
Zonder ook maar de minste moeite te doen om haar op haar gemak te stellen, vroeg ik of zij zichzelf echt de aangewezen persoon vond om in nood verkerende huwelijken te redden. Ze verschoot van kleur. Die vraag hadden we toch niet afgesproken?
‘Ik zal je laten zien waarom ik dat zo graag weten wil’, zei ik poeslief en op het scherm op de achtergrond verscheen een levensgrote foto, waarop Renée en haar manager Jeroen innig verstrengeld een hotel binnen gingen. Het leedvermaak dartelde door mijn lijf.
‘Je wilde er geen commentaar op geven. Daarom heb ik hier even contact met Nathan over gehad, dat begrijp je’.
Had ik uw onverdeelde aandacht, lieve mensen? Zeker toch? Geeft u het maar toe; u smulde ervan. Ons Renéetje niet. Haar ogen schoten vuur.
Er verscheen een tweede foto op het scherm. De aanwezigen hielden hun adem in toen Renée de foto bekeek. Hoewel de parkeergarage niet bijster helder was verlicht, konden we zonder problemen haar echtgenoot Nathan herkennen die in een tedere omhelzing verwikkeld was met dezelfde Jeroen.
‘En hij vertelde dat het hem een beetje te veel was geworden nadat hij de opnames van jou en Jeroen had gezien’, zei ik. Ze staarde naar de foto.
‘We hadden wat problemen’, stamelde ze en ik bevestigde dat Nathan mij dat ook had verteld.
‘Jeroen zou hem verzekerd hebben dat er ábsólúút niets aan de hand was en natuurlijk hadden ze elkaar toen stevig omhelst. Tja, en als iemand daar dan een foto van maakt …’ Ze sloeg haar hand voor haar mond en knikte.
‘Maar hij zei dat jullie alles hadden uitgepraat. Kijk, hij liet dit vanmiddag hier bezorgen’. Ik stak haar een prachtig geschenkdoosje van Huize van Wely toe. Die bonbons zijn trouwens echt niet te betalen, niet normaal, lieve mensen. Maar ze zijn iedere cent waard. Hun roomganache met honing, pistache- en pindacrème … zálig. Om een moord voor te doen! Of kan die uitdrukking tegenwoordig niet meer? Ergens een moord voor doen?
Mijn regieassistente zegt dat ik … maar dat doet er eigenlijk niet veel toe. We moeten sowieso de tijd een beetje in de gaten houden. Dat ben ik wel gewend natuurlijk. Mijn show duurt dan wel drie kwartier, maar er gaat heel wat tijd voor commercials van af natuurlijk. Daar is deze keer weer ongelooflijk om gevochten, dat zal u niet verbazen. Kijkcijfers! Daar draait in dit wereldje alles om.
Maar ik neem eerst even een slokje water, ik ben niet gewend zo veel te praten. Ha! U merkt wel, lieve mensen, dat ik ondanks alles mijn humor niet verloren ben.
Haar handen trilden toen ze het kaartje openvouwde. “Lieve Renée, vanavond vieren we Tot de dood ons scheidt. Voor ons huwelijk én je nieuwe programma zou ik geen betere leading lady weten. Liefs, jouw Nathan”. Haar stem haperde.
Ik opende het doosje en stak het haar toe. Hoewel ze normaal gesproken iedere calorie minstens twee keer telde, kon ze het natuurlijk niet maken om op dat moment een bonbon te weigeren.
Nathan zou die avond somewhere een schnabbel hebben en ik stelde voor hem even te bellen. Hij reed vast ergens halverwege Amsterdam en de provincie.
Aangezien ze haar mond vol chocolade had, had ik geen tegenspraak te dulden. Ik pakte mijn smartphone en opnieuw voelde ik de adrenaline door mijn aderen suizen.
‘Neem nog een bonbonnetje’, zei ik toen de telefoon overging. ‘Hij moet natuurlijk wel kunnen zien hoe je ervan geniet’.
Ze gehoorzaamde schaapachtig.
Sorry, lieve mensen, ondanks mijn zorgvuldige voorbereiding vergeet ik u nu toch iets te vertellen. In mijn vak moet je mensen hun gang laten gaan. Dan voelen ze zich lekker en komen de meest smeuïge details boven tafel. En maar goed ook. Me dunkt dat u steeds graag hoorde wat ze zo nodig aan me kwijt moesten.
Veel BN’ers hechtten er waarde aan regelmatig even bij te praten. Een uurtje naar Mauve, hapje, drankje, na al die jaren vertrouwden ze me blind. Zo vertelde Renée me off the record dat ze een scharreltje had gehad met die automeneer van Nathan’s reclamefilmpje. Zo was hij natuurlijk aan dat klusje gekomen, door haar. Ik genoot van de details en zweeg als het graf.
‘Het gaat erin als Gods woord in een ouderling’, zei mijn lieve moeder altijd.
Maar … ik dwaal af.
Ze zei ook dat het tegenwoordig zo makkelijk is om een auto te hacken. Ik heb interesse in dat soort zaken, al verwacht men dat niet van een man als ik. De gaten in de beveiliging van een auto zijn talrijk, daar ging het over. Zo zou je ervoor kunnen zorgen dat de verlichting dooft als de bestuurder over een donkere weg rijdt. Of je kan programmeren dat de remmen weigeren als de wagen harder dan 120kilometer per uur gaat.
Dat komt altijd uit, denkt u? Nou, dat dacht ik ook. Maar nee, als je ook even instelt dat de computersystemen na een ongeluk opnieuw opstarten, dan is er geen bewijs voor sabotage, zei ze en kwebbelde vrolijk verder over het onuitstaanbare gedrag van haar echtgenoot.
Een paar dagen voor die beruchte uitzending belde de grote baas. Er moest hoognodig iets veranderen, zei hij. Anders zou hij toch die tweede presentator ernaast zetten. Of … in mijn plaats, dacht ik er onmiddellijk achteraan. Ik had een week om te bewijzen dat ik mijn mannetje nog stond.
En dat deed ik dan ook met verve. Vrijmoedig! Onbevreesd. U kent me, aan creativiteit heeft het me nooit ontbroken.
De adrenaline spoot door mijn aderen. Ik zocht op internet of je echt fysiek in een auto moet om die te kunnen hacken en vond al vrij snel dat je met een simpele app je smartphone aan bijna iedere OBD-poort kan hangen. Mijn excuses, misschien moet ik een heel klein stukje uitleg doen, lieve mensen. Ik zal proberen het kort te houden.
OBD betekent On-Board-Diagnostics. Dat gaat via bluetooth. Weet u wel, waar je ook handsfree mee kan telefoneren. Dat kent u toch? Heeft u niet ook zo’n ingebouwde telefoonverbinding om automatisch een hulpdienst te kunnen bellen? Ja, toch? Nou, die dus. Appeltje, eitje. Gamen is mijn hobby, daar komt mijn interesse vandaan, maar dat wist u natuurlijk al.
Diezelfde middag nog parkeerde ik mijn auto bij de Farts in de straat en wachtte tot Nathan zou vertrekken. Het duurde behoorlijk lang voordat hij in zijn auto stapte, maar het gaf me de tijd voorbereidingen te treffen en mijn voornemen tot in de puntjes te overdenken. Bovendien was zijn reactie op het plotselinge claxonneren, het vrolijk knipperen van de verlichting en tot tweemaal toe afslaan van de motor uiterst vermakelijk.
Overtuigd van het welslagen van mijn plan, kondigden we met veel trompetgeschetter mevrouws audiëntie aan.
Ik instrueerde mijn team, bedoel ik, om die avond nog met veel aplomb aan te kondigen dat Renée-dubbel-e-met-een-streepje een week later in mijn show zou zitten. Ik zou ze een lesje televisie maken leren.
Weet u nog hoe ze keek toen Nathans boordcomputer de beelden streamde? Het bestaat gewoon niet dat u het niet heeft gezien. Ik denk dat het fragment duizenden malen is uitgezonden. Nee, niet tot het einde natuurlijk, maar dat onnozele hoofd toen Renée haar man in beeld zag komen en ook die Jeroen er halfnaakt naast zag zitten, dát wel. Het was hilarisch, weet u nog?
En dat hoofd van de dodelijk verschrikte Nathan! Natuurlijk wilde hij in die situatie zijn telefoon niet beantwoorden, maar ja die OBD-poort, hè, dat is me er eentje, haha. En ik wist wat ik deed, dat merkt u vandaag wel weer, de beeldverbinding kwam moeiteloos tot stand.
Voordat Nathan ook maar een woord kon uitbrengen, zag ik zijn ogen groot worden van verbazing. In onvervalst Amsterdams – dat hij met zo veel moeite had afgeleerd – vervloekte hij zijn autoverlichting, die hem een paar dagen geleden ook al even in de steek had gelaten. Midden in de stikdonkere polder doofden zijn lampen volledig. Scheldend vroeg hij of dit soms een luizenstreek van Renée was. Het was bloedstollend, weet u nog?
‘Jeetje,’ zei hij bête toen de verlichting net lang genoeg dienst had geweigerd om Jeroen de gelegenheid te geven zijn kleding weer op orde te brengen. ‘Dat was wel even schrikken’.
‘Hopelijk ruikt alles nog een beetje fris bij jullie, Nathan Fart’, grapte ik, vals zijn naam op de Engelse wijze uitsprekend.
Alsof het angstaanjagende incident nauwelijks van belang was en hij geen onvertogen woord over zijn vrouw had gezegd, begon ik over Tot de dood ons scheidt door te zagen. Nathan zag bleek en gaf nauwelijks antwoord. Zelfs op het vrij slechte beeld was goed te zien dat hij moeite had om zijn wagen in bedwang te houden.
Maar, lieve mensen, terwijl ik de snelheid van die auto omhoog joeg, zag ik naast me Renée-dubbel-e-met-een-streepje steeds gekker gaan doen. Zo stond het ook in mijn draaiboek. Leest u maar mee, hier bij mijn vinger.
Bij shock remmen weer laten werken en inzoomen op R. Verleen hulp.
Ze pufte en hijgde. Haar gezicht en hals zwollen steeds verder op.
Met haar lange nagels trok ze bloederige strepen over haar armen. Volgens mij werd ze gek van de jeuk. Haar ogen waren wijd opengesperd. Ik zag angst. Wanhoop. Ze wilde wat zeggen, maar kon geen woord uitbrengen. Zo had ik het me niet voorgesteld. Niet zo naar, zo vertwijfeld. Radeloos, zeg maar.
Verdorie, lieve mensen, ik had echt van tevoren niet bedacht hier nu in tranen uit te barsten. Echt niet! Maar het grijpt me toch weer aan.
Waar is de Kleenex? Die ben ik toch niet vergeten?
Oh, nee, ze staan daar op tafel. Ziet u wel. Dat stond duidelijk in mijn aantekeningen voor deze special. Altijd tissues! In mijn studio staan ze altijd voor het grijpen. Weet u het nog? Die avond ook. Kijk maar. Hier in mijn draaiboek van toen, hier staat het:
Geef R. twee tissues. Let op opstelling camera’s.
Ziet u wel. Altijd tissues, lieve mensen. Niets zo naar als nattigheid waar je geen raad mee weet.
U begrijpt dat ik niet wist wat ik moest doen toen het beeld steeds vager werd. Witte strepen, slecht geluid. De snelheid ging niet meer omlaag. Wie had kunnen voorzien dat die auto steeds harder ging rijden en niemand er nog invloed op had? Dát had ik nergens gelezen. Appeltje. Eitje. Weet u nog? Dát stond er. Appeltje, eitje, lieve mensen. Het geschreeuw van die mannen ging door merg en been. Het ging gewoon live de ether in. Afschuwelijk.
U maakte met uw bord op schoot mee dat Nathan en Jeroen een zekere dood tegemoet gingen! De hemel zij dank werd de verbinding verbroken. U moet er toch ook niet aan denken dat we gewoon hadden kunnen horen hoe ze …
Hoe kon ook maar iemand weten dat er in de polder onvoldoende bereik was? Dat geloof je van je leven toch niet? U wel, lieve mensen? U wel? In deze tijd van 5G? Landelijke dekking? Ik weigerde erover na te denken hoe zij zich daar te barsten reden, want dat deden ze, en schreeuwde dat we ons op hier en nu moesten richten, dat Renée een anafylactische shock leek te hebben en dat we wat moesten doen.
Ik liet me op mijn knieën vallen, graaide naar haar tas die ergens achter haar stoel lag en keerde hem om. Het etui met haar EpiPen lag tussen allerlei rotzooi op de grond.
Ik ritste hem open en greep de spuit.
Waarom was er trouwens maar één? Dat vraag ik me vaak nog af. Er horen er twee in te zitten. Voor het geval die spuit het niet doet. Je weet toch hoe belangrijk zo’n ding is. Je hebt hem niet voor niets altijd bij je.
Naast me braakte Renée bruine smurrie over de tafel – sorry, misschien zit u net te eten, maar zo ging het – en zakte in elkaar. Ze leek het bewustzijn te verliezen.
Ik duwde mijn toegesnelde medewerkers opzij en recht voor camera 3 verwijderde ik de veiligheidsdop van de auto-injector. Met kracht stootte ik hem loodrecht in haar dijbeen. Ik hoorde de klik en telde tot vijf, precies zoals ik op YouTube had gecheckt. Het kijkvenster op de spuit kleurde donker.
‘Bel 112 en meld dat er sprake is van anafylaxie’, instrueerde ik beheerst en masseerde de geïnjecteerde plek.
In de unheimische stilte die volgde, wachtten we tot de adrenaline zou inkicken. Maar er gebeurde niets.
Helemaal niets.
Ze bewoog gewoon niet meer, lieve mensen. Haar adem stopte. Ze hield er gewoon mee op.
Hoe had ik kunnen bedenken dat die domme meid, die dondersgoed wist dat ze zo allergisch voor pinda’s was, met een EpiPen rondloopt, die jaren over datum is? Hoe dom kan je zijn? Dat kon ik toch niet weten? Ik ben toch geen moordenaar, dat weet u. Ik wilde een spannende show, lieve mensen. Mijn leven hing ervan af. Die avond draaide alles om de kijkcijfers. Enkel en alleen daarom. Dat begrijpt u toch wel? Natuurlijk begrijpt u dat! Dat ik geen moordenaar ben. En zeker geen drievoudige. Ik deed het voor de kijkcijfers, lieve mensen.
Dat begrijpt u toch?
Alles voor de kijkcijfers! Alles voor de kijkcijfers.