Vlak voor mijn vertrek naar de kerk zie ik dat mijn laarzen wel erg dof zijn. Snel vet ik ze nog even in. Voor zorgvuldig uitwrijven heb ik geen tijd meer, maar ze zien er stukken beter uit.
Ik ben erg laat, gelukkig vind ik vlak vooraan nog een plekje.
Als ik tijdens de preek van been wil wisselen, plakken de schachten aan elkaar. Ik zet iets meer kracht. Dat helpt. Mijn been schiet los en mijn voet belandt met donderend geweld onder de zitting van de stoel voor me. De dominee valt even stil. Iedereen kijkt naar me.
De rest van de preek krijg ik niet helemaal mee. Ik voel me 12.