JANKERD

De lente van ’85 was een beroerde en de zomer leek niet veel beter te worden. Gelukkig brak in de week dat we naar Houten verhuisden de zon door. En hoe! De al ruimschoots in herfststemming verkerende mussen vielen bij bosjes van het dak van ons nieuwe huis.
Wij zagen het als een goed voorteken, wat het ook bleek te zijn, maar onze kleine huilbaby kon de hitte niet waarderen en brulde dat het een aard had. Ik parkeerde de kinderwagen onder de overkapping bij de voordeur waar het wat koeler was en ploegde voort.
Plots was het stil.
‘Hè, hè,’ verzuchtte papa. ‘Ze slaapt.’
‘Of iemand heeft haar meegenomen,’ antwoordde ik.
Haar broertje, net 3 jaar geworden, keek op van zijn autootjes, rolde met zijn ogen, sprak ‘Nou, zo’n jankerd brengen ze heus wel terug’ en ging kalm door met waar hij mee bezig was.