Eindeloze zomers, de geur van gemaaid gras. Onderweg werd gepauzeerd en zes kinderen zwermden uit over spannende heuveltjes.
‘Maken jullie je niet vies’, riep mama nog.
Daar stonden ze, honderden klaprozen, prachtig rood vroegen ze om door kleine kinderhandjes geplukt te worden.
Opgetogen holden we terug naar de auto, beide armpjes vol.
Voor mama!
Maar mama was niet blij.
Ze huilde haast. Die truitjes kreeg ze nooit meer schoon.