Tag archieven: aquaZZ

TOT DE MAAN

Heb je wel recht op een plaats op de IC als je vaccinatie van de hand wijst?
Kan je hulp weigeren?
En kijk je toe of grijp je in als iemand ondraaglijk lijdt?
Mag je je overtuiging wel aan een ander opleggen?
Kan je deze vragen eigenlijk wel beantwoorden als je zelf niet voor de keuze hebt gestaan? 

In mijn verhaal vechten twee tegenpolen voor het leven – of is het de dood? – van de echtgenoot van één van hen. Buiten kijf staat dat beiden onvoorwaardelijk van hem houden. De echtgenote is diepgelovig. Haar doodzieke man ook, maar hoe zat het dan met die ander? Bracht hij het op om naar zijn overtuiging te leven of gooide liefde, passie en zijn diepe verbondenheid met iemand buiten zijn huwelijk roet in het eten? En is hij in staat zelf over zijn lot te beslissen? Of wil hij dat juist niet? 
Verdriet verbond hen, maar tergende onwetendheid dreef hen onverbiddelijk uit elkaar.

Het is geen makkelijk verhaal, zeker niet. Met knarsende vragen over liefde, overtuiging en moed raakt het de essentie van ons bestaan. 
Zelf beschouw ik het conflict in ‘Tot de maan’ als het meest intense dilemma dat ik ooit beschreef. Ik lag er wakker van, huilde om de karakters die in mijn hart en hoofd tot leven kwamen en wiens onmacht me tot op de dag van vandaag verdrietig maakt. 

https://www.aquazz.com/KIEZELS-Conny-Hoogendoorn


KIEZELS (4)

  • 30 verhalen ⁠👌⁠
  • Betrouwbare uitgever ⁠👌⁠
  • Grondige redactie ⁠👌⁠
  • Sympathieke auteursfoto ⁠👌⁠

Mijn digitale mapje KIEZELS was getooid met deze stoere foto. Het handjevol grind combineerde mooi met het lettertype dat we voor de cover hadden uitgekozen. Maar de resolutie was veel te laag en ik ging op zoek naar een nieuwe afbeelding. 

En stuitte op blokjes met daarin prachtig gestileerde kiezels in zachte kleuren. Ik was er weg van. 
‘Ik dacht dat jij knarsende verhalen schreef,’ merkte mijn omgeving op. 
En ook: ‘Ik vond die losse kiezels veel aansprekender.’  De twijfel sloop in mijn hart.
Ik fotografeerde het grind in mijn tuin hier in Frankrijk. Noeste arbeid leverde niet één maar twee aansprekende covers op. 

Goede raad was duur.
Mannen met verstand van zaken vonden het handjevol precies goed en vrouwen met een uitstekende smaak noemde de vierkantjes een ‘niets-meer-aan-doen-gevalletje’. 

En ik? 
Meestal, maar beslist niet altijd, vond ik de vierkantjes het mooiste, maar er ontbrak iets. Wat? Geen idee!
Een week verstreek. Ik sliep er niet meer van, tot plots … 

Eureka! Ik wist het!

Fantastische cover ⁠👌⁠ CHECK!

Mijn uitgever slaakt een zucht en ik zet nog een vinkje.
Hebben jullie dan nog even geduld?
Check!

KIEZELS (3)

Er kwam nog wel wat meer bij kijken…

Mijn auteursfoto dateerde van een stuk of vijf, zes tropenjaren geleden. Was ik dat werkelijk? Dat plaatje kon echt niet meer. 

Druk, druk, druk … ver, ver, ver … duur, duur, duur. Ik liet geen smoesje onbenut om maar niet naar een fotograaf te hoeven. 

Fanatiek spitte ik mijn foto’s door, vroeg vriend en vijand om hulp en stuurde enkele kanshebbers naar een bevriend fotografe, die ze vriendelijk doch onverbiddelijk afkeurde. Moest ik er toch echt aan geloven? 

Welnee. 

Er werd kwistig gepoederkwast, flamboyante shawls op kleur gerangschikt, een fonkelnieuwe deur weer uit zijn kozijn getild, een te fel licht temperend parasolletje versleept en een stoeltje strategisch opgesteld. Toen brak de zon door. 

Zevenenveertig foto’s volgden. En een dag later nog achtenzestig daarbij. Meedogenloos keurde ik er honderdveertien af. Die ene ging in de mail. Steun en toeverlaat Anja Grondman bekeek foto honderdvijftien, sleutelde een pietsie aan de belichting en gaf haar zegen! 

Bleek ik me daar toch met een topfotograaf onder hetzelfde dak te wonen!

KIEZELS (1)

Op een dag besloot ik dat ik klaar was. Er was voldoende geschuurd, gepolijst en opgewreven. Een nieuwe verhalenbundel mocht de wijde wereld in. De titel stond vast. Meer niet. 

Maar ik was niet meer zo blij bent met de uitgever van Tegenwicht, mijn eerste boek. Ik moest op zoek. Had ik er wel zin in om voor mijn nieuwe bundel een ander thuis te zoeken? Want dan gaat een onbekende mijn verhalen fileren en is de redactieronde misschien wel niet zo leuk als die zou kunnen zijn. 
Hoeveel verhalen zou ik trouwens kiezen? En moesten ze ongeveer dezelfde lengte hebben of was afwisseling juist wel leuk?

Ik moest ook na gaan denken over hoe de cover eruit zou gaan zien en dacht dat het voor de hand zou liggen. Maar nee …
Wat moest er trouwens op de achterflap komen te staan? Zou ik een paar mensen die ik hoog heb zitten om een aanbeveling kunnen vragen? En wat zetten we onder ‘Over de auteur’? Dat veel van de verhalen een prijs hebben gewonnen? Kan het saaier? Maar wat dan? Wat me eraan deed denken dat die auteursfoto natuurlijk echt niet meer kon. 

‘Wrijving geeft glans,’ zei een wijze vriend. 

Daar vertel ik later meer over.